Voorafbetaling vennootschapsbelasting

Vakartikels

In principe moeten vennootschappen een voorafbetaling van de vennootschapsbelasting doen om een verhoging wegens onvoldoende voorafbetalingen te vermijden. Deze belastingvermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling is ingevolge het Zomerakkoord nu gevoelig gestegen, waardoor voldoende voorafbetalingen terug aan belang winnen.

Deze belastingvermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling is ingevolge het Zomerakkoord nu gevoelig gestegen, waardoor voldoende voorafbetalingen terug aan belang winnen. Concreet zal een vennootschap die geen voorafbetalingen doet voor aanslagjaar 2019 een belastingvermeerdering oplopen van maximaal 6,75% van de verschuldigde belasting, terwijl dit voor aanslagjaar 2017 nog slechts 2,25% was. Dit alles heeft te maken met het optrekken van de minimum basisrentevoet voor vennootschappen van 1% naar 3%.

Voorafbetalingen leiden voortaan tot de volgende voordelen die in mindering komen van de globale vermeerdering:

  • Bedrag 1ste voorafbetaling (10 april 2018) x 9,00% (3 x 3%)
  • Bedrag 2de voorafbetaling (10 juli 2018) x 7,50% (2,5 x 3%)
  • Bedrag 3de voorafbetaling (10 oktober 2018) x 6,00% (2 x 3%)
  • Bedrag 4de voorafbetaling (20 december 2018) x 4,50% (1,5 x 3%)

De belastingvermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling zal, in tegenstelling tot wat voor 1 januari 2018 het geval was, ook worden toegepast als het bedrag ervan lager ligt dan 0,5% van de belasting waarop ze berekend is, of als ze minder bedraagt dan 50 EUR. 

Ten slotte merken wij op dat deze hervorming enkel van toepassing is op vennootschappen vanaf het aanslagjaar 2019 dat verbonden is aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018. Dit betekent dat vennootschappen met een gebroken boekjaar nog niet noodzakelijk onmiddellijk onder deze nieuwe regels vallen. Zo zullen vennootschappen die hun boekjaar afsluiten op 30 juni de nieuwe regels pas voor het eerst toegepast zien vanaf het boekjaar startend op 1 juli 2018.

Bovendien is het zo dat geen belastingvermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling geldt voor ‘kleine’ vennootschappen gedurende de eerste drie boekjaren vanaf hun oprichting. Het tussentijds laten monitoren van het te verwachten jaarresultaat wint aldus aan belang. Laat daarom in de loop van het jaar een tussentijdse inschatting maken door uw boekhouder/accountant. 

De belastingverhoging wegens onvoldoende voorafbetaling kan vermeden worden door voldoende en tijdig vooraf te betalen. Gezien de lage rentevoeten kan het hierbij aangewezen zijn om de bulk van de voorafbetalingen op 10 april te verrichten met een bankkrediet. 

Aarzel niet om Marc De Munter te contacteren, indien u hierover vragen zou hebben of bijkomende inlichtingen zou wensen.